Het weer in Wenen

Het weer is voor velen een belangrijke factor tijdens een vakantie. Of je nou een stad bezoekt tijdens aangenaam zonnig weer of dat het dagenlang pijpenstelen regent bepaalt toch wel grotendeels de sfeer tijdens je stedentrip. Helaas laat het weer zich niet sturen en zijn er geen enkele garanties dat je mooi weer hebt tijdens je reis naar Wenen. Mocht je vlak van tevoren je reis naar Wenen boeken en plannen dan is de kans dat je te maken hebt met een nauwkeurige voorspelling natuurlijk veel groter. Wie wat verder vooruit plant (en dat doen de meesten) die moet het doen met langjarige gemiddeldes wat betreft de temperatuur, neerslag en de hoeveelheid zon.

De ligging in het centrale deel van Europa zorgt ervoor dat Wenen op de scheidslijn ligt van het gematigde zeeklimaat en het gematigde landklimaat. Binnen de klimaatclassificatie van Köppen-Gegier worden deze twee klimaattypes aangeduid met de lettercodes Cfb en Dfb. De reden dat Wenen toch onder invloed van de zee staat is de ligging ten noordoosten van de Alpen. Depressies die vanaf de Atlantische Oceaan komen kunnen diep het Europese vasteland binnendringen en daarmee ook het weer in Wenen nog beïnvloeden. Als er echter geen westelijke of noordwestelijke stroming staat dan is de invloed van de zee ineens minimaal en krijgt het weer in Wenen ineens het grillige beeld dat bij een landklimaat hoort. De temperatuur kan in de zomer dan ineens flink oplopen of in de winter juist diep dalen.

Als je naar de langjarige gemiddelde temperaturen kijkt dan zie je dat deze redelijk in de pas lopen met de temperaturen in Nederland en België. In de winter is het gemiddeld enkele graden koeler en in de zomermaanden is het gemiddeld enkele graden warmer. De maand januari is gemiddeld genomen de koelste maand, maar er zijn ook jaren waarin het in februari of december ineens kouder is dan in januari. Alles heeft te maken met de posities die de hogedrukgebieden innemen boven Europa. Als er een oostelijke stroming op gang komt in de winter dan kunnen de temperaturen in Wenen dalen naar waardes die in een gemiddelde koelcel niet zouden misstaan.

Gemiddeld genomen is het in de koelste maanden overdag net iets boven nul en daalt de thermometer ’s nachts een paar graden onder het vriespunt. Het kan in Wenen in januari en februari ook gerust boven de tien graden worden. Het record voor februari staat zelfs iets boven de 20 graden Celsius. De koudste temperaturen die in Wenen gemeten worden liggen tussen de 15 en 18 graden onder nul. Dit komt gelukkig niet zo vaak voor. Gemiddeld genomen daalt het kwik per winter nog geen tien dagen naar de dubbele cijfers onder het vriespunt.

In de zomer zie je ook vrij grote contrasten. In de zomerperiode juni-juli-augustus is een maximumtemperatuur van pakweg 24 tot 26 graden normaal. Het wordt echter ook regelmatig warmer dan dertig graden. Bij een weeromslag kan het een dag later gerust slechts 18 graden of zo worden.

Het voor- en najaar zijn even wispelturig als de zomer en de winter. Het ene moment kan het stralend weer zijn met zomerse temperaturen terwijl het één of twee dagen later ineens grijs en koel kan zijn. Als je naar Wenen reist moet je eigenlijk op alle omstandigheden voorbereid zijn. Zelfs als je vlak voor je vertrek naar de weersverwachtingen kijkt en op basis daarvan besluit om bijvoorbeeld alleen maar zomerse kleding mee te nemen kun je soms nog verrast worden door ineens minder goed weer.

Op jaarbasis valt er ongeveer 550 millimeter neerslag in Wenen, dat redelijk gelijkmatig over het jaar verspreid wordt. De zomerperiode is over het algemeen iets natter. Dat komt vooral omdat door de hogere temperaturen er een grotere kans bestaat dat er zich onweersbuien ontwikkelen. Gemiddeld genomen is Wenen overigens minder nat dan Nederland. Wel heb je net als bij ons kans dat er een langere periode met onbestendig weer is.

Ongeveer twintig procent van de neerslag valt in de vorm van sneeuw of natte sneeuw. Dit geschiedt vooral in de periode half november tot half maart. Het is echter ook goed mogelijk dat er in oktober, april of zelfs begin mei nog een vlok sneeuw valt. De hoogste kans op sneeuwval heb je in december, januari en februari. Ongeveer de helft van de tijd dat er dan neerslag valt is dat in de vorm van sneeuw.

De hoeveelheid zonnestralen die je in Wenen op zult vangen verschilt nogal per maand. Hier zie je dat de wintermaanden aanzienlijk somberder zijn dan de zomermaanden. De ongeveer tweeduizend zonneuren per jaar zijn dusdanig verdeeld dat er gemiddeld maar liefst 760 uren in de zomermaanden juni, juli en augustus geregistreerd worden terwijl de wintermaanden december, januari en maart er samen maar karig vanaf komen met 220 uren aan zonneschijn. Als je het afzet tegen het aantal uren daglicht dan is augustus met bijna 57% van de daglichttijd aan zonneschijn het zonnigste, terwijl december met iets minder dan twintig procent de somberste maand is. Soms is het dan gewoon dagenlang nevelig.